THUISTAAL | ||
hier komt juffrouw handeloos | deur die uit zichzelf opengaat | |
de dominee komt voorbij | als in gezelschap het gesprek stilvalt | |
ik wordt er “tureluurs” van | ik word er gek van | |
(later toen ik mij enige tijd met de | ||
Luth.kerk bemoeide, gebruikte ik de | ||
variant “ik word er “tureluthers” van | ||
Jean Fromage en voyage | onbereisde Nederlander op reis | |
verplichte nummer | theedrinken voor de borreltijd | |
touwtjesvlees (draadjesvlees) | braadlapjes | |
het lepeltje uit Schoorl | klein formaat soeplepeltje, dat we in | |
Schoorl in het vakantiehuis hadden | ||
en later ook thuis in Amsterdam | ||
meisje van alles | een werktuig om in de koekepan het | |
gerecht om te draaien | ||
aardewerk is paardewerk | om tegenstelling met porselein aan te | |
geven (afkomstig van handelaar bij het | ||
Waterlooplein, waar Pa en Ma hun | ||
eerste servies kochten. De man moest | ||
iedere keer naar de kelder om weer een | ||
servies naar boven te halen, vandaar de | ||
uitdrukking | ||
koekebakkertjes | goed doorgebakken aardappelen | |
as is afgebrande turf | gebruikt als het voegwoord “als” wordt | |
gebezigd i.p.v. het juiste woord “dan” | ||
(“als” is germanisme) | ||
kermis in de hel | als het regent terwijl de zon schijnt | |
geef mij portie maar aan Fikkie | laat dat maar aan mij voorbijgaan | |
als je geld hebt doe je wonderen | spreekt voor zich | |
als je ’t niet hebt is het donderen | ||
zo gewonnen, zo geronnen | de winst verdwijnt als sneeuw voor de zon | |
als die winst te gemakkelijk is verkregen | ||
het huis van elastiek | mariotteplein 32, ons huis, waar altijd | |
plaats voor meer mensen was | ||
vooruit met de geit | gebruikt bij het aanvangen van een tocht | |
of het verplaatsen van een last (bijv) de | ||
jaarlijkse Nieuwjaarsverhuizing, waarbij | ||
de piano een rondgang door het huis | ||
maakte en uiteindelijk weer op de oude | ||
plaats terechtkwam | ||
binnenlandse verhuizing | de hiervoor bedoelde interne verhuizing | |
die meestal na Nieuwjaar plaats vond | ||
de morgenstond | kruidenier met een verzameling gouden | |
tanden enkiezen in de mond | ||
preu | ondefinieerbare eetbare substantie | |
struik andijvie | bos bloemen | |
bastaardensuiker | basterdsuiker | |
vechten met de beer | bed opmaken | |
weduwnastpijn | weduwnaarspijn (pijn als de elleboog | |
gestoten wordt) | ||
een schip met zure appelen | een donkere lucht die een regenbui | |
voorspelt (gezien het beperkte uitzicht | ||
vanuit Mariotteplein 32, door Ellen eens | ||
verkeerd geïnterpreteerd met de woorden | ||
er hangt een bui in het gat. | ||
dat is goed voor de “humselebums” | dat is goed voor de stoelgang | |
uitdr. Van dr.Fideldij Dop, kinderarts | ||
daar heeft de ouwe jood op gespuwd | gebruikt bij bijv. fruit dat eerst gewassen | |
diende te worden (na de oorlog in onbruik | ||
geraakt) | ||
snij niet in je rug | als een ander met een mes of scherp | |
voorwerp, zich onhandig gedraagt | ||
zo doen de meisjes in Singapore | als een hond op zijn rug lag met de | |
achterpoten wijd uiteen | ||
sikila | chocola | |
sikilahagelmuizen | chocoladehagelslag | |
boterham met tevredenheid | elke 3e boterham zonder beleg (wel boter) | |
uitbuiken | digereren na de maaltijd | |
kerkhof | bord voor afgekloven botten of graten | |
plonsplé | WC waar uitwerpselen rechtstandig te | |
water vallen | ||
hebbedingen | voorwerpen om te hebben, die nergens toe | |
dienen en er slechts ter versiering zijn | ||
kermisbed | slapen op een matras op de grond | |
trekker | opvouwbaar harmonicabed, gebruikt bij | |
overmaat aan logé’s | ||
als kinderen vochten wij erom op dit bed te | ||
mogen slapen | ||
complet | couplet | |
een opgetuigd fregatschip | nogal uitbundig paasbest gekleed | |
kijken alsof hij zijn laatste oortje versnoept | er nogal mistroostig uitzien | |
had | ||
de doos | de WC | |
Tante Betje zakje | koffiezakje van flanel | |
het stiefkind zijn | overgeslagen worden bij het opscheppen | |
van eten | ||
de briek en brak winkel | snuisterijenwinkel (Fr.bric à brac) | |
goeie goed | gebruikt voor keurige kleding | |
de hipsekrips | linnaeusdwarsstraat | |
een steggje met eenvoudige huisjes in de | ||
Watergraafsmeer (waar soms onze dienst- | ||
meisjes vandaan kwamen) Het verhaal gaat | ||
dat zwager Jim Figee onder leiding van de | ||
dienstbode van grootouders van Laar (die | ||
woonden op de Middeweg naast de | ||
Galiesloot) in de kroeg op de hoek van de | ||
Hipsekrips belandde en daar op een tafel | ||
heeft gezongen | ||
lellevellen | alle wat onsmakelijke vellen van bijv. melk | |
ook wel rookvlees voor de niet-liefhebbers | ||
blote mannetjes in het gras | snijbonen met witte bonen | |
traditioneel op nieuwjaarsdag | ||
dan ging namelijk het vat met ingemaakte | ||
snijbonen open | ||
is dat op de bon? | dat is toch zeker niet op rantsoen | |
een stopnaald met twee ogen | zeer slanke dame met twee grote ogen | |
twee koppen aan een steel | pijprokende man | |
het loopt als een tierelier/trein/smeermieter/ | een soepel lopend motortje of iets anders | |
naaimachientje | mechanisch | |
krijtschuiertje | juwelier op de Ringdijk, die altijd eerst zijn | |
krijtschuiertje moest gaan pakken | ||
het ligt voor de hand dat wij als kinderen | ||
krijtschuiertje veranderden in schijtkruiertje | ||
kom snert gebouw | concertgebouw | |
kattekots | sandwichspread | |
met lik | bijv. patat met mayonaise | |
op hoog water lopen | met te korte broekspijpen lopen | |
kwam regelmatig voor bij Oom Philibert | ||
een hotelbord | een opgeschept en klaargemaakt bord | |
later bekend als plate-service | ||
ga eres een end fietsen | kom nou toch!! | |
dat is naadje | dat lijkt nergens naar | |
spikkelaas | speculaas | |
eigen bedankt | als er onvoldoende was voor het hele | |
gezelschap, dan werd de eigen familie | ||
verondersteld te bedanken | ||
geef mijn portie maar aan Fikkie | laat dat maar aan mij voorbijgaan | |
pruimtabak | andijvie | |
apenhaar | postelein | |
vozen | kleffe vrijpartij | |
streep aan de balk | aanduiding voor een uitzonderlijke | |
gebeurtenis | ||
crisismes | kaasschaaf | |
door Eric eens als jongetje Christusmes | ||
genoemd | ||
op zijn ponteneur staan | zich bewust zijn van status ((on)terecht) | |
winkels kijken in de Kruislaan | op vrijersvoeten de rustige Kruislaan | |
Kruislaan eens landelijk weggetje | opzoeken (ook voor ons jongens vrijende | |
paartjes bespieden) | ||
Brusselse kooltjes | het woord “spruitjes” werd bij ons nooit | |
gebruikt | ||
Brussels lof | lof werd bij ons nooit gegeten zonder de | |
toevoeging Brussels | ||
die de kaas snijdt met een schuit | degene die de kaas uitholt bij het snijden | |
wordt in geen zeven jaar de bruid | werd dit verwijt gemaakt; zo ook | |
voor iemand die met de stoelpoten de hoek | ||
van het vloerkleed omkrulde | ||
klepzeiker | onuitstaanbaar iemand | |
(letterlijk iemend die als gulp een klep | ||
gebruikt met knopen (bijv.vissers met twee | ||
zilveren rijksdaalders)) | ||
haakse haak | winkelhaak | |
UITDRUKKINGEN OPA ALTA | ||
negertjesvlees | corned beef | |
vlg.Opa Alta viel er weleens een neger in de | ||
machine tijdens de fabricage | ||
even de tanden afdrogen | bij het eind van het hoofdgerecht nam Opa | |
Alta altijd nog een plakje vlees | ||
wie worst eet of een weduwe trouwt | een uitdrukking van Opa Alta om zijn | |
weet nooit wat er tevoren in is gedouwd | afschuw van worst uit te drukken | |
zeer tot ongenoegen van Oma Alta | ||
zal ik je even raapstaarten | een kus van Opa Alta, waarbij hij zijn | |
baardstoppels langs onze kinderwangetjes | ||
streek | ||
het bord van Goliath | een zeer groot soepbord afkomstig van Opa | |
en Oma Alta, dat ook nog bij ons in | ||
gebruik was | ||
de Zenobia | een wanstaltige juskom door Opa Alta zo | |
genoemd omdat deze lek op een monster- | ||
lelijk schip van die naam, dat vanuit | ||
Harlingen voer. Is later gestrand op de | ||
zuidkust van Engeland. | ||
Het schegbeeld bevindt zich in de verzame- | ||
ling op de Cutty Sark bij het Maritime | ||
Museum in Greenwich | ||
achter Bornholm liggen | uitdr.Opa Alta voor met de vrouw op bed | |
liggen (ontleend aan de Oostzeevaart, waar | ||
men beschutting zocht achter het eiland | ||
Bornholm tegen slecht weer | ||
oelewapper (ook;oele van knotse) | ontleend aan het fries van mijn grootouders | |
Alta; in de betekenis van sufferd | ||
risselwaesje maken | ontleend aan het fries van mijn grootouders | |
Alta in de betekenis van aanstalten maken | ||
ook bij ons thuis gangbaar gebleven | ||
je moet niet zoveel babbelgûchjes hebben | ontleend aan het fries van mijn grootouders | |
Alta; in de betekenis van capsones hebben | ||
UITDRUKKINGEN OMA ALTA | ||
ik kan van balstienen wel soep maken | ik kan overal wel soep van maken | |
als ik de ingrediënten maar heb | ||
kinderen die vragen worden overgeslagen | tegen al te hebberige kinderen | |
niet zoeken | als we als kinderen te lang op de inhoud | |
van de koektrommel studeerden | ||
it getsjil fan de blêdsjes | lett. Het geruis van de blaadjes | |
door Oma gebruikt voor de blaadjes van de | ||
populieren voor hun huis in Velsen | ||
zij ergerde zich daaraan en ze verhuisden | ||
vervolgens naar Apeldoorn, zeer tot spijt van | ||
Opa, die graag bij de sluizen van Ymuiden | ||
naar zijn oude stiel de zeevaart keek | ||
UITDRUKKINGEN OMA WITTICH | soms ook van mijn moeder | |
het carillon | een ijzeren ledikant met koperen bellen | |
bij Oma W. op zolder | ||
nooit met lege handen lopen | nooit een tocht ondernemen in huis, zonder | |
iets mee te nemen | ||
kom vrij op mijn kantoor | door Oma W. gebruikt voor onbescheiden | |
doorsnuffel alle hoeken | mensen | |
maar ogen uit de kast | ||
en neuzen uit de boeken | ||
zo komt het kalf weer bij zijn grootje | zo komt alles weer op zijn pootjes terecht | |
het vishoedje | een hoed die Oma W.droeg als zij naar de | |
visboer ging, ze droeg dan ook een oude | ||
regenjas en had altijd gepast geld bij zich | ||
omdat ze van de visboer geen wisselgeld | ||
wilde aannemen | ||
mof | behalve scheldwoord voor Duitser, was het | |
ook een handenwarmer van bont, die Oma | ||
W. in de winter droeg | ||
Zij had een grote verzameling linker-hand- | ||
schoenen, omdat ze altijd de rechter- | ||
handschoenen verloor | ||
de mof bood uitkomst in de winter | ||
in de linkerhanschoen, onder het knoopje | ||
bewaarde ze altijd haar tramkaartje | ||
de citybag | zo noemde Oma W. het abortuskoffertje, | |
dat zij altijd meebracht als ze bij ons kwam | ||
logeren | ||
voor een dagje had ze een oude schooltas, | ||
waarin haar breiwerk zat | ||
peperementje | pepermunt | |
vouwbeen | briefopener, werd ook gebruikt om vouwen | |
in papier aan te scherpen | ||
ellemaat | maatstok ter lengte van één el | |
(nog in mijn bezit) | ||
poepezaantje | kruidenier op de Linnaeusparkweg, | |
afkomstig uit de Zaan, door Oma W. zo | ||
genoemd | ||
(ze zei dan op z’n Zaans: “vrouw, heb je | ||
nog kattetongen?) | ||
al zijn we nog zo vetjes | door Oma W. gebruikt als we met vieze | |
we blijven altijd netjes | werkjes bezig waren of ons niet netjes | |
gedroegen | ||
Lambert Melis en zijn moeder | sukkelig manspersoon (het verhaal gaat | |
terug op een figuur uit haar jeugd in Hoorn) | ||
si, si, cris mi di mi mi | ja, ja, je kan me wat | |
ik blief nog wel wat | als Oma W. nog wel iets wilde hebben | |
(beliefde) | ||
ik heb mijn competentie gehad | ik heb genoeg gegeten | |
als ik jelui niet ontrief | door Oma W. in bescheidenheid gebruikt | |
ze gebruikte ook altijd jelui i.p.v. jullie | ||
(de uitdrukking was immers: jullie is | ||
Jodenvolk”) | ||
de Duvel is oud | als antwoord op onze mededeling;” Oma | |
je bent al oud”) | ||
op slag komt je vader thuis | dreigement van Oma W. als we vervelend | |
waren (betekenis: zo dadelijk komt je vader | ||
thuis | ||
prinsenpaarden staan ook | bij oma W. stonden de kinderen aan tafel | |
tot ze 12 jaar waren. Dit was het repliek van | ||
hun vader als de kinderen er aanmerking op | ||
maakten. De kinderen hadden kranten | ||
onder de arm om netjes te leren eten. | ||
iets met verdrag doen | iets met overleg doen | |
ik ruik kindertjesvlees | door Oma W. gebruikt als ze met ons wilde | |
spelen, waarbij ze met opgetrokken neus | ||
ons benaderde | ||
de botboer | de vishandelaar (ook door Ma gebruikt) | |
Oma W. ging wekelijks op Vrijdag naar de | ||
botboer, gekleed in oude regenjas en met | ||
vishoedje en had altijd gepast geld bij zich | ||
omdat zij geen wisselgeld van hem wilde | ||
hebben | ||
met moed aanvaard is half voltooid | door Oma W. gebruikt als we met tegenzin | |
aan ons huiswerk begonnen. Tot onze grote | ||
woede, want de moed was vaak ver te | ||
zoeken en dus ook de halve voltooiing | ||
die man is pis encore | die man is dronken | |
pis encore – gevonden in L’Homme Obscure | ||
van Marguerite Yourcenar blz.48 | ||
betekenis afkomstig van “pire” = | ||
plus mauvais que = nog slechter dan | ||
een jas met koperen knopen kun je krijgen | Oma W. tegen oom Henk als hij ontevreden | |
en naar Kampen | was met zijn kleding | |
(Kampen was een opleiding voor kolonialen | ||
jean poulien | krullenbol | |
een affiche met een rand kun je krijgen | je kunt naar de pomp (maan) lopen | |
keukenboter | margarine | |
een logé en een vis blijven 3 dagen fris | logeerpartijen moeten deze termijn niet | |
overschrijden (ook door Ma gebruikt) | ||
de ware wijsheid hoort | spreekt voor zich | |
de ander neemt het woord | ||
UITDRUKKINGEN MA | ||
Gre heeft een kop als een ijzeren pot | door Tante Riek over Ma refererend naar | |
haar goede geheugen | ||
mijn hoofd loopt me om | bij erge drukte door Ma gebruikt | |
bij het ouder worden overkomt dit mij ook | ||
een afgelikte boterham | een meisje dat zich door talloze vrijers het | |
hof laat maken | ||
jongens, de pan komt op tafel | als er eenvoudig werd gegeten en de pan op | |
eerst de gordijnen dicht | tafel kwam, maar dan eerst voorkomen dat | |
buitenstaanders dit konden zien | ||
te koop zitten | met het licht op en de gordijnen open | |
dan moet je maar putjesschepper worden | uitdr.Ma als ik met een slecht rapport thuis | |
kwam (later in Jubbega door mij gebruikt als | ||
ik de afvoeren of sloten schoonmaakte en | ||
Ma erop wees dat het doel was bereikt) | ||
t walletje bij het schuurtje laten | als zaken wat rustig aan moesten worden | |
gedaan (meestal in financiëel opzicht) | ||
de tafel naar buiten en rol het kleed maar op | uitdr. Van Ma als het tijd werd om een | |
feestje te vieren, waarbij behoefte was aan | ||
een dansvloer | ||
voort | door mijn moeder en Oma W.gebruikt in | |
twee betekenissen: | ||
1. Voort ga ik dit of dat doen = straks | ||
2. Ik moet voort = ik moet doorgaan | ||
haarschuier | haarborstel | |
als het op is, is het kopen gedaan | door Ma bebruikt als het ging om iets | |
bijzonders, dat wel op mocht, maar we | ||
moesten er dan wel rekening mee houden | ||
dat het niet spoedig opnieuw zou worden | ||
aangekocht | ||
je kijkt ze wel voor de kop, maar niet in de | door Ma gebruikt t.a.v. personen, die je wel | |
krop | van aanzien kende, maar hun inborst was | |
vooralsnog onbekend | ||
je moet je niet zo toemaken | je moet je niet zo vuil/vies maken | |
je kunt me de bout hachelen | je kunt me nog meer vertellen | |
subiet | onmiddellijk (door Ma gebruikt in boze bui | |
(je moet subiet thuiskomen) | ||
Greet leeft voor de vreet | door fam.Burbach t.a.v. Ma gebruikt omdat | |
ze altijd wel zin had om iets te eten | ||
het makkelijke kind | dit zei Ma altijd van Gon, waarmee de | |
ongemakkelijkheid van To en mij werd | ||
geïllustreerd | ||
snuitebol | koosnaampje als wij zoete kinderen waren | |
appelekolekwint | smeerseltje (meestal geneesmiddel) | |
ik zal er wat appelekolekwint op smeren | ||
Kan ook van mijn vader afkomstig zijn | ||
de lamp hangt scheef | als het geld bijna op is | |
afkomstig uit de tijd, dat men op Vrijdag als | ||
het loon op Zaterdag werd uitbetaald, men | ||
met het laatste restje olie de lamp toch nog | ||
brandende kon houden | ||
hoepelstokken met vensterbanken | antwoord van Ma als wij vroegen; | |
Mam wat eten we vandaag? | ||
olifant | een hinderlijk hard stukje van enige omvang | |
uit de neus | ||
een rolletje | een stukje uit de neus als dit keurig is | |
opgerold tussen duim en wijsvinger | ||
we trekken ons terug in de kermiskar | als bij gebrek aan brandstof (in en vlak na | |
de oorlog) het gezin zich terugtrok in één | ||
vertrek (de huiskamer), waar verder alle | ||
activiteiten plaats vonden | ||
zoek maar een ander kosthuis | antwoord van Ma als ons, als kinderen, | |
iets niet beviel | ||
ik loop op mijn laatste benen | ik ben doodmoe en kan haast niet meer | |
ik sta al de hele dag op mijn achterste | ik heb al de hele dag staand werk gedaan | |
benen | ||
aangezet | een lichtere vorm van “aangebrand” | |
Ma zei dan vergoelijkend: | ||
t is een beetje aangezet
dievenweer hondenweer, slecht weer nog een minuutje uitdr. Ma nadat ze op moederdag van ons een eierwekker had gekregen toen deze afliep sprak ze: nog een minuutje het waait een halve storm het waait zeer hard en stormt zelfs (understatement) ik kan niet heksen ik kan niet alles tegelijk de dam muur tussen twee ramen mijn moeder zou gezegd hebben: we zetten de tafel in de dam” |
||
dan geven we maar een slag aan de pomp | hoeveelheid soep door toevoeging van | |
water vermeerderen, bij een onverwachte | ||
toevloed van gasten | ||
stoethaspel | onhandige sukkel | |
flère | een tik | |
dreigement van mijn moeder: | ||
zal ik je een flère geven? | ||
ik weet wie het zegt | opmerking van mijn moeder als wij | |
opmerkingen maakten waarop zij niet | ||
onmiddellijk een weerwoord had | ||
klinklare boter | als “echte” boter bij de bereiding was | |
gebruikt | ||
die wat bewaard, die wat het, die de boel | constatering bij het vinden van iets dat na | |
niet opvret | een lange bewaartijd toch nog bruikbaar | |
bleek te zijn | ||
de kat zal met onze lege maag niet | het lijkt erop dat wij wel genoeg te eten | |
weglopen | zullen krijgen | |
als je niet genoeg hebt gehad, neem je | door Ma gebruikt als het leek dat we niet | |
maar een boterham met kaas | genoeg te eten kregen (naar ons idee) | |
willen jullie nog een beschuitje met kaas | door Ma en Oma W. gebruikt als we laat | |
thuis kwamen en nog iets wilden eten | ||
Janus gooi m’n toffels naar beneden | door Ma gehoord in de Jordaan (man hangt | |
want er is heibel op de sluis | boven uit het raam geleund op kussen, | |
vrouw zit met blote benen op het bordes op | ||
zomeravond) vrouw moet als rasechte | ||
Amsterdamse weten wat er aan de hand is | ||
bij ruzie op de brug | ||
t is mal of niemandal | alles of niks | |
halen en brengen | als regen en zonneschijn elkaar snel | |
afwisselen | ||
ommeraatsie | gedoe (waarschijnlijk afkomstig uit Fries) | |
in betekenis je moet niet zo’n ommeraatsie | ||
maken (je moet niet zo’n gedoe (drukte) | ||
maken | ||
er is zeker ergens een bui gevallen | als op een zonnige zomerdag ineens een | |
windvlaag voorbij kwam (uitdr.Ma) | ||
dievenwerk | vervelend eentonig werk | |
UITDRUKKINGEN VAN MIJN VADER | ||
een flesje wasosist | een flesje met koolzuurhoudende drank | |
(zgn. kogelflesje) lett.”wat zo sist” | ||
door mijn vader gehoord op een terras | ||
waar een man tegen de ober zei: | ||
geef mij maar een flesje wasosist | ||
door ons thuis gebruikt voor dit soort | ||
dranken | ||
het is weer van kijk eres uit | door mijn vader gezegd als hij uit het raam | |
en blijf eres thuis | keek naar het slechte weer | |
zal ik je eens wat vertellen…. | reactie op de kreet “zal ik je eens wat | |
ik lust liever de paling dan de vellen | vertellen” als het aangekondigde verhaal te | |
lang op zich liet wachten | ||
ook wel, als de spanning van het komende | ||
verhaal er nog even in gehouden moest | ||
worden | ||
kruimeltjes is ook brood | door mijn vader gebruikt bij een gast toen | |
de beschuiten op waren en hij de kruimels | ||
op haar bord mikte | ||
ook in de betekenis van op de kleintjes | ||
letten (beschuitkruimels werden vroeger | ||
altijd aan paneermeel toegevoegd) | ||
jullie zijn gevonden bij het Pontanus- | antwoord van mijn vader op de vraag: | |
spoorhek | waar zijn wij geboren? | |
het Pontanusspoorhek bevond zich bij de | ||
Pontanusstraat, bij de toen nog gelijk- | ||
vloerse spoorovergang. | ||
Onlangs ontdekte ik op de hoek van deze | ||
straat een kroegje met de naam | ||
Ponteneur | ||
sloffenfeest | volgens mijn vader waren Sinterklaas en | |
Oudejaar sloffenfeesten | ||
Kerstmis daarentegen was een feest | ||
waarvoor men zich kleedde | ||
eten wat de pot schaft | eten wat er op tafel komt | |
je moet het opeten, want je moeder heeft | door mijn vader gebruikt als wij iets niet | |
het klaargemaakt | lusten, maar het toch zonder pardon moest | |
worden opgegeten | ||
als ze zelf aan het laadje zitten, gappen ze | door mijn vader gebruikt t.a.v. politici | |
net zo hard mee | ||
ik zal je grasperrekie knaaien | door mijn vader gehoord op de tram | |
grasperrekie=grasperk=hoofdhaar | ||
knaaien zal waarschijnlijk “(ver)knoeien” | ||
betekenen | ||
luit, zie je dat bossie daor | uitdr. Gebezigd door Heintje (een soldaat | |
daor gaot Heintje sitte | uit Pa’s onderdeel in de mobilisatie 14/18) | |
tegen de luitenant. Heintje was bang voor | ||
zijn geweer en drukte zich van de schiet- | ||
oefening en was niet te bewegen uit het | ||
bosje te komen | ||
doe je schuif dicht want anders gaan je | door mijn vader gehoord op de tram | |
rotte kiezen walleme | gericht tegen een man met openstaande | |
mond | ||
UIT ONZE KINDERTIJD | ||
stratemakertjes | sandwiches van brood, dat in de lengte is | |
doorgesneden | ||
husse met je neus ertussen | door Ma gezegd als wij kinderen met de | |
zaak niets te maken hadden | ||
lavabroodjes | gevulde broodjes die we altijd aten bij | |
het Nieuwjaarssouper | ||
stamt uit de tijd dat ik op school had | ||
kennis gemaakt met het begrip vuurspu- | ||
wende berg, de hitte van de inhoud van de | ||
broodjes deed denken aan lava | ||
moeten is dwang, huilen is kindergezang | tegen lastige kinderen die niks willen | |
Oma touse pikken | door mij gebruikt tegen Oma W.als ze | |
bezig was met kousen stoppen en zich | ||
desondanks bemoeide met mijn | ||
blokkendoos bouwsels | ||
harses maken | vla met bessensap door elkaar roeren | |
waardoor een substantie ontstond, die aan | ||
hersens deed denken | ||
gebeurde altijd onder luid, maar toegeeflijk | ||
protest van mijn moeder | ||
kindertjes thee | thee met heel veel melk | |
centjes in de pap | met druppeltjes bessensap cent-vormige | |
kringetjes op de pap verspreiden | ||
papelen | slapen (overblijfsel uit de kindertaal) | |
het chinese oog | navel | |
pas op want ik zet een schroevendraaier | ||
op je navel en draai je billen eraf | ||
de melk kookt over | als bij een meisje de onderrok onder de | |
jurk uitkwam | ||
van je klits klats klandere | ludieke uitdrukking voor een pak slaag | |
van de ene bil op de andere | ||
t Gallie | het Galileiplantsoen | |
dempie | dammetje in de sloot dat wij als jongens | |
maakten | ||
melkflessen | witte benen in het voorjaar, die de zon nog | |
behoefden | ||
verwante uitdr. Witte benen,chocoladetenen | ||
er komt zeker storm | als wij als kinderen erg druk waren | |
de bakker is jarig | bij het vinden van een krent in het gewone | |
brood | ||
UITDRUKKINGEN I.V.M.GON | ||
fuif | feest (woord in de mode ten tijde van Gon) | |
polkahaar met luizenladdertjes | kapsel van jongens met kleffe haren en | |
idem bakkebaarden | ||
haar op zolder | als Gon haar haar opgestoken droeg | |
UITDRUKKINGEN TO | ||
mieters, juffrouw Pieters, wat zoent je man | mieters was een uitdrukking voor “geweldig” | |
mieters | sinds lang in onbruik | |
me reet is geen fietsenstalling | door To gehoord in de Jordaan, toen een | |
vrouw van achteren werd aangereden door | ||
één van haar fietsende vriendinnen | ||
porselein rijden | autotochtje met bejaarden | |
met zijn hele Pasen en Pinksteren te koop | als de hond wat al te uitbundig met zijn | |
zitten | geslachtsdelen te koop zat | |
afijn, een mens is geen konijn en ook geen | toevoeging na het woord “enfin”, niet gauw | |
biet die uit de grond schiet | genoeg iets volgde | |
ook wel gebruikt ter opsiering van een | ||
verhaal als de conclusie aanstaande was | ||
kannibalen kleuterschool | sateh’s aan stokjes rijgen | |
poep van beertje | toetje van avocado met bruine suiker en | |
een beetje Nescafé | ||
UITDRUKKINGEN UIT DE OORLOG | ||
smotjebrei | ondefinieerdebare eetbare substantie; | |
afkomstig uit de oorlog, naar ik meen uit de | ||
recepten van Mina Bakgraag of uit een strip- | ||
verhaal | ||
ratjepatje | ondefinieerdebare eetbare substantie; | |
afkomstig uit de oorlog, naar ik meen uit de | ||
recepten van Mina Bakgraag of uit een strip- | ||
verhaal | ||
Drentse gomballen | slechte aardappelen afkomstig uit Drente | |
gedurende de oorlog | ||
NSBers | slechte oorlogs aardappelen | |
van buiten mooi van binnen rot | ||
scheermessen | snijbonen, die ondanks de inmaak hard | |
waren gebleven | ||
koek uit het apenhok | ontbijtkoek in de oorlog, die wat vreemd | |
rook (apenhok geur), maar desondanks | ||
met toegeknepen neus nog best smaakte | ||
ons land is als dit kabinet | in de oorlog hing bij ons op de WC dit | |
eerst was het vrij en nu bezet | gedicht, waarvan ik het middengedeelte | |
…….. | niet meer weet | |
hoe opgelucht zult g’U gevoelen | ||
als u het vuil weer weg ziet spoelen | ||
UITDRUKKINGEN OOM HENK | ||
ik wil de jol en de sok van Oom Col | kindertaal van Henk Wittich: | |
ik wil de viool en de stok van Oom Cor | ||
Oom Cor was de jongste broer van Opa | ||
Wittich | ||
poephark | stommeling | |
dan heb ik allang een tuintje op mijn buik | als wij aan Oom Henk onze toekomst- | |
plannen onthulden zei hij steevast….. | ||
stinkende Hendrik | leverworst | |
UITDRUKKINGEN VAN SCHOOL | ||
poepoog | leraar biologie (Natte His) v.Asperen de Boer | |
op Hervormd Lyceum | ||
je bent niet dom, je bent niet stom maar | uitdr. Van Spoelstra (leraar Nederl. Op Herv | |
eigenwijsss | Lyceum | |
hoe groter geest, hoe groter beest | uitdr. Van Spoelstra (leraar Nederl. Op Herv | |
Lyceum | ||
nach drauszen, wo die Vögel flauszen | duitse leraar met onderschatting voor onze | |
kennis van de Duitse taal | ||
krentzenbollen mit spausewasser | duitse leraar met onderschatting voor onze | |
kennis van de Duitse taal | ||
apfelsinenjuden deutsch | duitse leraar met onderschatting voor onze | |
kennis van de Duitse taal | ||
(na de oorlog in onbruik geraakt | ||
drollenvanger | plus four broek | |
UITDR. OPGEDAAN IN JUBBEGA | ||
we praten nog een “piipfol” | we praten nog even, de tijd van een volle | |
pijp | ||
piipskoft | even tijd om een pijpje of sigaretje te roken | |
conserveren | coniferen (vlg.Rinse Kikkert) | |
tentkamertje | zolderkamertje met schuine wanden | |
hakkeballen | gehaktballen, zo genoemd door Auke | |
Peijma | ||
lampetarenpaal | lantaarnpaal | |
hij woont op Nergenshuizen | hij woont in een Godverlaten oord | |
Hema zilver | het eenvoudige bestek in tegenstelling tot | |
het echte zilver | ||
luie wijven koffie | Nescafe | |
Mem, moast eres harkje | tegen mijn moeder lett. Ma moet je eens | |
luisteren. Door haar verkeerd begrepen door | ||
haar antwoord; “ik ben de hele dag al in de | ||
tuin bezig geweest. | ||
slûchslim | pienter in de slechte betekenis van het | |
woord | ||
flaubyt | een tussentijds hapje | |
UITDR. OPGEDAAN IN ENGELAND | ||
dressed like a dog’s dinner | in avondtoilet of in net pak verschijnen | |
plonk | wijn van povere kwaliteit | |
chateau migraine | ||
sun at seven, rain at eleven | relativerende opmerking over het weer van | |
Chris Hibberd | ||
UITDRUKKING MARGREET FIGEE | ||
smoesica | gebruikt voor lieden die d.m.v. smoezen | |
zich trachten te verontschuldigen | ||
UITDR.OPA FIGEE | ||
ik zal je een dreun op je gedachtekistje | speels bedoeld | |
geven dat je gedachten als vlinders door de | ||
kamer vliegen | ||
slamat djalan | goede reis, bij afscheid (maleis) | |
tak formaat | ontleend aan Deens Tak For Maten | |
dank voor de maaltijd, wel moge het u | ||
bekomen | ||
bon appetit | bij begin maaltijd, smakelijk eten | |
UITDR.DOOR MIJZELF TOEGEVOEGD | ||
au reservoir à l’abbatoir | bij afscheid ontleend aan het Franse | |
au revoir. Er is echter geen woord Frans | ||
bij afscheid ontleend aan het Franse | ||
kurkedil | krokodil | |
olle kapoen | een rood hoedje van Ma, dat zij droeg bij | |
mijn beëdiging | ||
de hooiwagen | een strooien hoed van Gon | |
de kornuiten | het dames gezelschap waarmee Ma | |
bridge of scrabble speelde | ||
Jo Houttuin, Nard Koenen en Alie Heddema | ||
God straft onmiddellijk en onverbiddelijk | ze krijgen hun trekken wel thuis | |
ik drink koffie in de kleur van mijn ziel | ik drink zwarte koffie | |
ober in Ootmarsum zei hierop: | ||
zo zwart zetten wij haar niet | ||
UITDR.KON MARINE | ||
ellebogenstoom | handwerk waaraan spierkracht te pas komt | |
hij kijkt of hij snot ziet branden | hij is totaal verbaasd en kijkt daarbij dom | |
hij kijkt als een aap in een roestig horloge | hij is totaal verbaasd en kijkt daarbij dom | |
je bent niet waard om in de schaduw van | drukt minachting voor de ander uit | |
mijn vuile was rotte appels te vreten | ||
je wordt nooit zo oud als je eruit ziet | weinig complimenteuse opmerking tegen | |
iemand, die er ondanks de jeugdige | ||
leeftijd al redelijk oud uitziet | ||
krimpende winden en uitgaande vrouwen | spreekt voor zich | |
zijn niet te vertrouwen | ||
de rug met een stippellijn verlengen | poepen | |
een achtertrosje steken | poepen | |
afblazen | urineren | |
technicolor | gekleurde hagelmuisjes | |
een papieren brief | een brief met pittige inhoud | |
kakken tekort | zo snel mogelijk | |
maleis kakkie=voet | ||
er is geen vermaak dan leedvermaak | spreekt voor zich | |
pienter boesoek | pienter in de slechte betekenis van het | |
woord | ||
bottle poef (maleis) | fles champagne | |
guppies | ikan terie (gedroogde visjes bij rijsttafel) | |
knetterbief | corned beef | |
vleesvervangend item in Nw.Guinea waar | ||
knetterbief zelfs werd gebruikt in bitterballen | ||
dooie marinier | gebakken boterhamworst met sambal en ui | |
pijpluis | chocolade hagelslag | |
raasdonders | kapucijners | |
Zeeuwse rijsttafel | bruine bonen/kapucijners met toebehoren | |
en vooral ook rijst | ||
wat heeft de marinier op zijn brood? Recht!! | m.a.w. recht op eten | |
maaltijd der zeven gerechten | traditionele maaltijd op goede Vrijdag | |
bestaande uit: stokvis, mosterd, rijst, | ||
aardappelen, uien rauw, uien gebakken en | ||
opgeklopt rauw ei | ||
mata sapi | maleis: koeienoog | |
gebakken ei met hele dooier | ||
mandiën | (maleis) baden/douchen | |
ombak | (maleis) deining op zee | |
setroes | (maleis) onmiddellijk | |
ogenmiddellijk | versterkte vorm van onmiddellijk | |
zwietsen/transpizweten | zweten/transpireren | |
zo sterk als een nat vloeitje | slap, niet bijzonder sterk (over persoon) | |
sport is de pest voor het roken | door rokers gebruikt als verdediging | |
zo flexibel als een spoorbiels | niet zo heel flexibel | |
praatje pot | zomaar wat gepraat | |
hij (het) draait als een drol in een pispot | in overdrachtelijke zin gebruikt voor iets dat | |
, of iemand die draait | ||
omong kosong (maleis) | zomaar wat gepraat | |
Haagse bak | kop koffie die niet geheel gevuld is | |
Kaap Kont varen | achter de vrouw op bed liggen | |
op stootgaren liggen | bijna gereed zijn voor vertrek | |
te loevert moet men loden en gissen | aan de windzijde nuttige dingen doen en | |
aan lei moet men poepen en pissen | van de wind af de behoeften doen | |
zuurstof verknettering | ten gevolge van een overmaat van frisse | |
lucht, kan zich dit verschijnsel voordoen | ||
t volk mort | oude uitdr. voor: het scheepsvolk | |
protesteert | ||
bij de wind brassen | belazeren | |
aflullen | onterechte excuses bedenken | |
(hij start de aflul motor) | ||
hij is kassie zes | hij is dood | |
met de kakken vooruit | dood (lett.met de voeten vooruit) | |
wie iets worden wil, zit niet stil, maar trekt | spreekt voor zich | |
het zeegat uit | ||
je komt altijd dezelfde zeikers tegen | uitdr. Gebruikt tot mede-plassers op het | |
urinoir | ||
risici | speels meervoud van risico | |
mijn handen lijken mijn voeten wel | opmerking als de handen vies zijn | |
de kop op de voorpoten leggen | slapen gaan | |
even aan de uitvinding werken | even middagdutje doen | |
de ogen aan de binnenkant bekijken | even middagdutje doen | |
doe open die klep, laat zien wat je heb | laat maar eens kijken wat je te bieden hebt | |
stamt uit de tijd van de “klepzeikers” | ||
pompieren | papieren | |
brei er maar een fiets van | je ziet maar wat je er van maakt | |
hij heeft het buskruid en zelfs het zwarte | opmerking t.a.v. iemand van mindere | |
garen niet uitgevonden | intelligentie | |
het meubel | de WC | |
château migraine | wijn van povere kwaliteit | |
wekman’s plons | glas bier | |
schokbeton | aardappelpuree van al te vaste substantie | |
apenvleesgroentesu | aardappelen,vlees,groenten en jus | |
lineaal rectaal | linea recta | |
ontmaagder | perforator | |
nietmisschien | nietmachine | |
poliep schudden | handen schudden | |
de nachten zijn donker en de zeeën zijn | ludiek dreigement van het onderhebbend | |
diep | personeel aan boord | |
UITDR.JAN TJALLES DE JONG | ||
brân ‘m in ‘e bealch | als tegemoetkomende auto de lichten niet | |
tijdig dimde (lett.brand hem in de romp) | ||
de dood loert aan de kant | Jan had hekel om te dicht bij de berm te | |
komen | ||
it fjûr oanbedzje | een blok hout op de open haard gooien | |
(lett. Het vuur opstoken) | ||
…. Stok op snije | … betrof de aam van iemand, die een stok | |
moest klaarmaken om de paarden aan te | ||
drijven | ||
der kin better ’n skiep dealizze | lett.er kan beter een schaap doodliggen | |
door Jan Tj. Gebruikt als de vrouwen | ||
gingen winkelen, waarvan de kosten tevoren | ||
niet waren te becijferen | ||
in pûtsjeplakker | een sukkel (zakjesplakker | |
in suurdsje by de boadskippen | (lett.zuurtje bij de boodschappen | |
een Jan Salie, door Jan gebruikt t.a.v. de | ||
toenmalige burgemeester van Opsterland | ||
Posthumus | ||
lit us mar wat fretten | lett. Laat ons maar wat eten want het | |
it sûpen is ek al djur | drinken is ook al duur | |
(kan ook in omgekeerde volgorde worden | ||
gebruikt) | ||
in peal en in prikke is ’n wâldboer’s hikke | lett. Een paal en een stok zijn het hek | |
van de Friese woudboer | ||
ik smoar dy | als we met een auto een boerenerf opreden | |
en de blaffende hond liep op ons af, dan | ||
draaide Jan het raampje een klein stukje | ||
open en sprak deze woorden tot de hond | ||
hij kwam de auto niet uit, voordat de hond | ||
veilig was opgeborgen | ||
ik moet de lichte schoentjes nog aan | als we uitgingen moest Jan normale | |
schoenen aan (in tegenstelling tot klompen | ||
of werkschoenen) | ||
UITDR.JAN BLES | ||
wy nimmen der noch ien | dez opmerking hield het risico in, dat er | |
want we binne der nou toch | aan het drinken nooit een einde kwam | |
in slokje | een borreltje | |
in stek om ’t tsjerhôf is jildvergriemery | lett.een omheining om het kerkhof is geld | |
die ’t der lizzen kinne der net wei | weggooien, die der liggen kunnen er niet | |
die ’t der net lizzen kinne wollen der net | weg en die der niet liggen willen er niet | |
hinne | heen (overlevering van Jan’s Omke Jan) | |
de nachten binne ùs nuttiger dan de dagen | als ons uitgaan tot in de nachtelijke uren | |
doorduurde | ||
wy hâlden de ùteinen mar ’n bytsje skjin | lett. We houden de uiteinden maar een | |
beetje schoon. In de betekenis van een | ||
kattewasje | ||
men moat skulden ha | lett. Men moet schulden hebben, een ander | |
in oar past op ‘e sinten | past op het geld en er komt nog eens | |
en jo hawwe nochris aonrin | bezoek (opm.van Jan’s Omke Jan) | |
UITDR.TANTE BETS | ||
de sigarenrokende paardentante | ||
de werf | het erf (Utrechtse uitdr.) | |
een kat die voor een hond niet weg kan | als ik de honden uit de auto wilde laten en | |
komen is niet waard dat ie leeft | ik vroeg of de katten in veiligheid waren | |
een grasvreter | een vegetariër | |
UITDR.OPGEDAAN IN FRANKRIJK | ||
une larme | gebr. Door Mme. | |
voor een drupje meer wijn (lett.een traan) | ||
limogé | uitgerangeerd | |
afkomstig uit de 1e WO toen honderde | ||
generaals werden uitgerangeerd door Mar. | ||
Foch en overgeplaatst werden naar | ||
Limoge |